De feestdagen: gezelligheid en culinaire uitdagingen
De feestdagen komen eraan! Dat betekent vaak gezelligheid, familie over de vloer, cadeautjes en natuurlijk: heel veel lekker eten. Van Sinterklaaslekkernijen tot kerstdiners en oliebollen met oud en nieuw, er is geen ontkomen aan. En dat is ook prima. Het hoort erbij, die extra verwennerij. Maar als ouder voel je misschien ook al de stress opkomen. Hoe houd je het behapbaar met je kind? Hoe zorg je ervoor dat de feestvreugde niet omslaat in ruzies aan tafel of een kind dat de hele dag door snoept en ’s avonds niet meer wil eten?
Je wilt niet de spelbreker zijn, maar je ziet je kind ook liever niet stuiterend door de kamer van de suiker, of juist hangerig en boos omdat het ritme helemaal zoek is.
Kerstkransjes en chocola
Tijdens de feestdagen worden kinderen overladen met lekkers. Van de chocoladeletters van Sinterklaas tot de kerstkransjes op school en de cadeautjes van opa en oma. Het lijkt soms wel een wedstrijd wie het meeste snoep kan verzamelen. Je wilt niet alles verbieden, want het is immers feest. Maar je ziet ook de suikerkick en de mindere trek in het avondeten. Vooral als je kind na een dag vol feestelijkheden nauwelijks iets van het avondeten aanraakt, kan dat frustrerend zijn.
Een goede tip is om er een moment van te maken. Niet de hele dag door snoepen. Kies een vast moment, bijvoorbeeld na de lunch, of bij het voorlezen van een boek. Een ‘feestdagenmomentje’. Zo wordt het bijzonderder en minder gewoon dat er altijd wat voor het grijpen ligt. Het helpt ook om je kind te betrekken bij de keuze. Zeg bijvoorbeeld: ‘Welke twee dingen vind jij het allerlekkerst van alles wat je hebt gekregen?’ De rest kan dan later, of je bewaart het voor een ander moment. Soms verdwijnt er dan ook wat ‘uit het zicht’ en dus uit de gedachten. Je hoeft niet alles meteen op te maken of op te eten. De feestdagen duren immers een paar weken, de traktaties hoeven niet in één dag op.
Lange avonden en korte nachten
Feestdagen betekenen vaak: geen vast ritme. Later naar bed, uitslapen (als je geluk hebt..), maaltijden op andere tijden. Dit heeft een grote invloed op de eetlust en het humeur van je kind. Je kind is misschien moe, hangerig, heeft minder trek, of juist onstilbare trek in snelle suikers. De dagen zijn al zo intens, met al die prikkels van familie, cadeautjes en de drukte van het shoppen.
Probeer één ankerpunt vast te houden in al die hectiek. Misschien is dat de lunch, of het ontbijt. Als je kind gewend is om rond een bepaalde tijd te ontbijten, probeer dat dan vast te houden, zelfs als het dan alleen een bakje yoghurt en wat fruit is. Het geeft een klein beetje routine terug in een verder chaotische periode. Je kunt ook proberen om de normale slaaptijden niet teveel te laten verschuiven, zeker niet doordeweeks. Een kind dat goed uitgerust is, kan veel beter omgaan met al die indrukken, en is vaak ook minder prikkelbaar als het om eten gaat. En vergeet niet het drinken! Met al die feestelijke hapjes en drukte wordt water drinken soms vergeten. Zorg dat er altijd water bij de hand is. Een waterflesje mee als je weggaat, of gewoon een kan water op tafel tijdens de maaltijden, zo blijft je kind gehydrateerd.
De blik van oma en het bord van tante
Eten bij anderen kan een hele opgave zijn. Andere regels, andere verwachtingen. De goedbedoelde opmerkingen van familie, zoals ‘Eet nou nog een hapje!’ of ‘Ach, het is toch feest, nog een koekje kan wel!’. Je wilt niemand voor het hoofd stoten, maar je wilt ook niet dat je kind de hele dag door ongezonde dingen eet, of juist helemaal niets. Dit kan veel druk geven, zowel op jou als op je kind. Denk aan het kind dat steevast geen groenten aanraakt op bezoek, of juist overal van snoept omdat het ‘feest’ is en het bij oma nu eenmaal mag.
Een handige tip is om vooraf even te communiceren. Een kort berichtje aan de gastheer of gastvrouw kan wonderen doen. Zoiets als: ‘Fijn dat we komen! Mijn kind vindt X en Y erg lekker, maar eet helaas nog niet veel groenten. Ik zorg dat hij thuis al iets heeft gegeten, of ik neem een gezond tussendoortje mee voor hem’. Zo voorkom je misverstanden en voel je minder druk om je kind dingen te laten eten die het echt niet lust, of die je eigenlijk niet wilt dat hij eet. Een andere benadering is om de focus te verleggen naar het gezelschap. Het gaat niet alleen om het eten. Benadruk dat het samenzijn belangrijk is. Laat je kind helpen met tafel dekken, of speel een spelletje vóór het eten. Eten is onderdeel van de gezelligheid, niet het hoofddoel. Een paar happen is vaak al voldoende, de rest is bijzaak.
Wat als je kind het kerstdiner niet lust?
Het kerstdiner, een culinair hoogstandje waar je uren in hebt gestoken. Maar je kind kijkt ernaar en roept ‘gadverdamme, wat is dit?’. Dat is frustrerend, vooral als er andere mensen bij zijn. Je wilt niet dat het een strijd wordt aan tafel, zeker niet tijdens een feestelijke gelegenheid. Veel feestgerechten zijn nieuw, hebben bijzondere smaken en texturen, en dat is voor een kieskeurige eter vaak al te veel.
Zorg voor een ‘veilige haven’ op het bord van je kind. Zorg dat er minstens één stuk op het bord ligt dat je kind wel lust en herkent. Dat kan een simpel gekookt aardappeltje zijn, een paar plakjes komkommer, of een klein stukje brood. Het hoeft niet de hele maaltijd te zijn, maar zo kan je kind wel rustig mee-eten zonder honger te lijden. De druk om alles te eten valt weg. Een andere benadering is om kleine porties aan te bieden van de ‘nieuwe’ gerechten, zonder druk. Zeg gerust: ‘Je mag proeven als je wilt, je hoeft het niet op te eten.’ Een hapje is al winst, en als het echt niet bevalt, dan is dat maar zo. Het is een feestje, geen voedingsles of een verplichting. Het belangrijkste is dat iedereen geniet van het samenzijn, en dat betekent ook dat je kind zich prettig voelt aan tafel.
Na de feestdagen: Weer terug naar normaal, zonder gedoe
En dan zijn de feestdagen voorbij. De kerstboom staat er nog, de restjes snoep liggen nog in de kast. Soms voelt het alsof je kind de afgelopen weken alleen maar suiker heeft gegeten en de routines zijn helemaal zoek. Je hebt het gevoel dat je ‘reset’ moet doen. Maar een harde reset werkt vaak averechts en kan juist leiden tot meer trek in ‘verboden’ dingen.
Pak het geleidelijk aan. Schuif de leftovers van het snoep en de chocola uit het zicht. Ga weer terug naar de vaste maaltijden en tussendoortjes. Bied weer veel groenten en fruit aan. Zonder er een groot punt van te maken. Gewoon weer de dagelijkse gang van zaken oppakken. Een soepele overgang is vaak effectiever dan een strikte omschakeling. Je kunt je kind ook betrekken bij de ‘nieuwe start’. Ga samen boodschappen doen, laat je kind kiezen welke groenten hij deze week wil eten. Laat hem helpen met koken. ‘Wat zullen we nu weer eens lekkers en gezonds maken?’ Dat geeft een gevoel van controle en eigenaarschap en helpt bij het accepteren van de weer normalere eetpatronen.
De feestdagen zijn een sprint, geen marathon. Het is intens, gezellig en soms ook chaotisch. Maar onthoud: elke dag is weer een nieuwe kans. Je hoeft niet perfect te zijn. De basis die je al hebt gelegd, die blijft. Ook als het even wat minder gestructureerd is geweest. Het gaat erom dat je geniet van de momenten samen, en de herinneringen die je maakt. Eten is daar een onderdeel van, maar niet het enige. Adem in, adem uit, en weet dat je het fantastisch doet. Geniet van de feestdagen en alles wat daarbij hoort, ook als het even wat minder perfect gaat aan tafel.
